Vertaling van spel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spel {zn.}
spel {zn.}
Laat het spel beginnen!
Laat het spel beginnen!
Wanneer begint het spel?
Wanneer begint het spel?
spel, partij [v] (de ~) {zn.}
spel
partij [v] (de ~) {zn.}
Het spel werd spannend.
Het spel werd spannend.
Hoe spel je je naam?
Hoe spel je je naam?
spel [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~) {zn.}
Hoe spel je je achternaam?
Hoe spel je je achternaam?
spel [o] (het ~), baseball [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~)
baseball [o] (het ~) {zn.}
Heb je gister baseball gespeeld?
Heb je gister baseball gespeeld?
We keken een baseball wedstrijd op televisie.
We keken een baseball wedstrijd op televisie.
spel [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~) {zn.}
spel [o] (het ~) {zn.}
spel {zn.}
spel {zn.}
spellen {ww.}
spellen {ww.}

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen

spellen {ww.}
spellen {ww.}

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen

stuk [o] (het ~), spel, toneelstuk [o] (het ~), drama [o] (het ~), toneelspel [o] (het ~), theaterstuk [o] (het ~) {zn.}
stuk [o] (het ~)
spel
toneelstuk [o] (het ~)
drama [o] (het ~)
toneelspel [o] (het ~)
theaterstuk [o] (het ~) {zn.}
Wie neem je mee naar het toneelstuk?
Wie neem je mee naar het toneelstuk?
Zij speelde voor het eerst in een toneelstuk.
Zij speelde voor het eerst in een toneelstuk.
spellen, schrijven {ww.}
spellen
schrijven {ww.}

ik schrijf
jij schrijft
hij/zij/het schrijft

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen

spellen {ww.}
spellen {ww.}

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt

ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Laat het spel beginnen!

Laat het spel beginnen!

Wanneer begint het spel?

Wanneer begint het spel?

Het spel werd spannend.

Het spel werd spannend.

Hoe spel je je naam?

Hoe spel je je naam?

Hoe spel je je achternaam?

Hoe spel je je achternaam?

Ik hou van dit spel.

Ik hou van dit spel.

Hij speelt een gevaarlijk spel.

Hij speelt een gevaarlijk spel.

Welk spel zullen we nu spelen?

Welk spel zullen we nu spelen?

Ik weet dat dit allemaal maar een spel is.

Ik weet dat dit allemaal maar een spel is.

Wat voor spel denk je dat dit is?

Wat voor spel denk je dat dit is?

Hij staat erop nog een spel te spelen.

Hij staat erop nog een spel te spelen.

Hoe spel je jouw achternaam?

Hoe spel je jouw achternaam?

Dankzij dit is dit spel een absoluut genot om te spelen.

Dankzij dit is dit spel een absoluut genot om te spelen.

Dan staat ook jouw zaak op het spel, wanneer het huis naast jou in brand staat

Dan staat ook jouw zaak op het spel, wanneer het huis naast jou in brand staat