Vertaling van spel
partij {zn.}
baseball {zn.}
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen
spel
toneelstuk
drama
toneelspel
theaterstuk {zn.}
schrijven {ww.}
ik schrijf
jij schrijft
hij/zij/het schrijft
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
ik spel
jij spelt
hij/zij/het spelt
» meer vervoegingen van spellen
Voorbeelden in zinsverband
Laat het spel beginnen!
Laat het spel beginnen!
Wanneer begint het spel?
Wanneer begint het spel?
Het spel werd spannend.
Het spel werd spannend.
Hoe spel je je naam?
Hoe spel je je naam?
Hoe spel je je achternaam?
Hoe spel je je achternaam?
Ik hou van dit spel.
Ik hou van dit spel.
Hij speelt een gevaarlijk spel.
Hij speelt een gevaarlijk spel.
Welk spel zullen we nu spelen?
Welk spel zullen we nu spelen?
Ik weet dat dit allemaal maar een spel is.
Ik weet dat dit allemaal maar een spel is.
Wat voor spel denk je dat dit is?
Wat voor spel denk je dat dit is?
Hij staat erop nog een spel te spelen.
Hij staat erop nog een spel te spelen.
Hoe spel je jouw achternaam?
Hoe spel je jouw achternaam?
Dankzij dit is dit spel een absoluut genot om te spelen.
Dankzij dit is dit spel een absoluut genot om te spelen.
Dan staat ook jouw zaak op het spel, wanneer het huis naast jou in brand staat
Dan staat ook jouw zaak op het spel, wanneer het huis naast jou in brand staat