Vertaling van straal

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
straal {zn.}
straal {zn.}
straal, radius {zn.}
straal
radius {zn.}
straal {zn.}
straal {zn.}
straal [m] (de ~), radius [m] (de ~) {zn.}
straal [m] (de ~)
radius [m] (de ~) {zn.}
straal [m] (de ~) {zn.}
straal [m] (de ~) {zn.}
vloeistofstraal, straal {zn.}
vloeistofstraal
straal {zn.}
straal [m] (de ~) {zn.}
straal [m] (de ~) {zn.}
stralen, uitstralen {ww.}
stralen
uitstralen {ww.}

ik straal
jij straalt
hij/zij/het straalt

ik straal
jij straalt
hij/zij/het straalt
» meer vervoegingen van stralen

falen, misgaan, mislukken, sjezen, stralen, stranden, zakken {ww.}
falen
misgaan
mislukken
sjezen
stralen
stranden
zakken {ww.}

ik faal
jij faalt
hij/zij/het faalt

ik faal
jij faalt
hij/zij/het faalt
» meer vervoegingen van falen

lichtstraal [m] (de ~), straal [m] (de ~) {zn.}
lichtstraal [m] (de ~)
straal [m] (de ~) {zn.}
glunderen, glimmen, stralen, afstralen {ww.}
glunderen
glimmen
stralen
afstralen {ww.}

hij/zij/het straalt af
zij stralen af
ik glim

hij/zij/het glundert
zij glunderen
ik glunder
» meer vervoegingen van glunderen

uitstralen, stralen, ademen {ww.}
uitstralen
stralen
ademen {ww.}

ik adem
jij ademt
hij/zij/het ademt

ik straal uit
jij straalt uit
hij/zij/het straalt uit
» meer vervoegingen van uitstralen

zakken, sjezen, buizen, stralen, bakken {ww.}
zakken
sjezen
buizen
stralen
bakken {ww.}

ik bak
jij bakt
hij/zij/het bakt

ik zak
jij zakt
hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken