Vertaling van vertoeven
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
wijlen, verwijlen, vertoeven, verblijf houden, resideren, plakken {ww.}
wijlen
verwijlen
vertoeven
verblijf houden
resideren
plakken {ww.}
verwijlen
vertoeven
verblijf houden
resideren
plakken {ww.}
ik plak
jij plakt
hij/zij/het plakt
ik wijl
jij wijlt
hij/zij/het wijlt
» meer vervoegingen van wijlen
Wijlen haar echtgenoot was violist.
Wijlen haar echtgenoot was violist.
zijn, zitten, ophouden, wezen, uithangen, verkeren, bevinden, verwijlen, vertoeven, toeven, pozen {ww.}
zijn
zitten
ophouden
wezen
uithangen
verkeren
bevinden
verwijlen
vertoeven
toeven
pozen {ww.}
zitten
ophouden
wezen
uithangen
verkeren
bevinden
verwijlen
vertoeven
toeven
pozen {ww.}
ik bevind
jij bevindt
hij/zij/het bevindt
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
Het regende zonder ophouden.
Het regende zonder ophouden.