Betekenis van:
aanhouden
aanhouden
Werkwoord
- in een bepaalde richting gaan
"een koers aanhouden"
"ergens op aanhouden"
Hyperoniemen
aanhouden
Werkwoord
- staande houden
"De hardrijder werd aangehouden en bekeurd."
aanhouden
Werkwoord
- het woord richten tot; tegenhouden
"toen zij de burgemeester tegenkwam hield zij hem aan"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aanhouden
Werkwoord
- met nadruk vragen; iets blijven volhouden, vragen
"je moet niet zo aanhouden"
"ze hield maar aan dat ik nog een glaasje port moest drinken"
Synoniemen
Hyperoniemen
aanhouden
Werkwoord
- in hechtenis nemen
"verdachten aanhouden"
Synoniemen
Hyperoniemen
aanhouden
Werkwoord
- arresteren
aanhouden
Werkwoord
- in beslag nemen
aanhouden
Werkwoord
- volhouden
aanhouden
Werkwoord
- voortduren
aanhouden
Werkwoord
- niet toewijzen, niet behandelen