Betekenis van:
vastleggen

vastleggen
Werkwoord
  • door omschrijving bepalen
"[voorwaarden/regels/criteria] vastleggen in een contract"
"regels/criteria vastleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen

vastleggen
Werkwoord
  • registreren
"de resultaten vastleggen in een rapport"
"afspraken schriftelijk vastleggen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

vastleggen
Werkwoord
  • bewaren van gegevens
"Hij had het ongeluk op film vastgelegd."
vastleggen
Werkwoord
  • ervoor zorgen dat iets vastzit aan iets anders
"Je kunt de hond beter vastleggen voordat je de winkel ingaat."
vastleggen
Werkwoord
  • een contract aangaan
"De jonge voetballer had zich vastgelegd om de komende tien jaar bij de profclub te blijven."
vastleggen
Werkwoord
  • (geld, kapitaal) zodanig beleggen of onderbrengen dat het niet onmiddellijk weer beschikbaar of vorderbaar is
"kapitaal in gronden vastleggen"
"je vermogen vastleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vastleggen
Werkwoord
  • zich door middel van een contract verbinden

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Vastleggen van gegevens
  2. Vastleggen van toezichtsgegevens
  3. Vastleggen van gegevens op de trein
  4. Vastleggen van gegevens buiten de trein
  5. De lidstaten kunnen in de nationale wetgeving striktere aansprakelijkheidsregels vastleggen.
  6. De infrastructuurbeheerder moet minstens de volgende gegevens vastleggen:
  7. de respectieve verantwoordelijkheden van elke instelling schriftelijk vastleggen;
  8. De spoorwegonderneming moet minstens de volgende gegevens vastleggen:
  9. De Commissie moet de nadere financiële voorwaarden in de leningsovereenkomst vastleggen.
  10. vastleggen en zo nodig wijzigen van het strategisch meerjarenplan, inclusief de onderzoeksagenda, bedoeld in artikel 19;
  11. De ECB kan minimumniveaus van draagkracht c.q. bekwaamheid vastleggen voor de selectie van gegadigden of inschrijvers.
  12. Het Parlement kan vereisten en voorwaarden voor het verwerven van nieuwe rechten of aanspraken vastleggen.
  13. GOEDE KLINISCHE PRAKTIJKEN VOOR HET ONTWERPEN, UITVOEREN, VASTLEGGEN EN VERSLAG DOEN VAN KLINISCHE PROEVEN
  14. Vastleggen en protocolleren; bijzondere voorschriften met betrekking tot de geautomatiseerde en niet-geautomatiseerde verstrekking
  15. het ontvangen van, schriftelijk vastleggen van en reageren op relevante mededelingen van externe belanghebbende partijen.