Vertaling van get dressed
I dressed
een verband omleggen
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kleedde
jij kleedde
hij/zij/het kleedde
			 					» meer vervoegingen van kleden
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kleedde aan
jij kleedde aan
hij/zij/het kleedde aan
			 					» meer vervoegingen van aankleden
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kleedde
jij kleedde
hij/zij/het kleedde
			 					» meer vervoegingen van kleden
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik roskamde
jij roskamde
hij/zij/het roskamde
			 					» meer vervoegingen van roskammen
		 					
kandelaren
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kandelaarde
jij kandelaarde
hij/zij/het kandelaarde
			 					» meer vervoegingen van kandelaren
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik schakelde gelijk
jij schakelde gelijk
hij/zij/het schakelde gelijk
			 					» meer vervoegingen van gelijkschakelen
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik garneerde
jij garneerde
hij/zij/het garneerde
			 					» meer vervoegingen van garneren
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik schakelde gelijk
jij schakelde gelijk
hij/zij/het schakelde gelijk
			 					» meer vervoegingen van gelijkschakelen
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik sneed bij
jij sneed bij
hij/zij/het sneed bij
			 					» meer vervoegingen van bijsnijden
		 					
toppen
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik topte af
jij topte af
hij/zij/het topte af
			 					» meer vervoegingen van aftoppen
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik snoeide af
jij snoeide af
hij/zij/het snoeide af
			 					» meer vervoegingen van afsnoeien
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik snoeide
jij snoeide
hij/zij/het snoeide
			 					» meer vervoegingen van snoeien
		 					
coifferen
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kapte
jij kapte
hij/zij/het kapte
			 					» meer vervoegingen van kappen
		 					
he/she/it dressed
they dressed
he/she/it has dressed
hij/zij/het slibde
zij slibden
hij/zij/het heeft geslibd
			 					» meer vervoegingen van slibben
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kleedde
jij kleedde
hij/zij/het kleedde
			 					» meer vervoegingen van kleden
		 					
gelijkrichten
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik schakelde gelijk
jij schakelde gelijk
hij/zij/het schakelde gelijk
			 					» meer vervoegingen van gelijkschakelen
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik trad aan
jij trad aan
hij/zij/het trad aan
			 					» meer vervoegingen van aantreden
		 					
I dressed
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik toiletteerde
jij toiletteerde
hij/zij/het toiletteerde
			 					» meer vervoegingen van toiletteren
		 					
aankleden
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kleedde
jij kleedde
hij/zij/het kleedde
			 					» meer vervoegingen van kleden
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik soigneerde
jij soigneerde
hij/zij/het soigneerde
			 					» meer vervoegingen van soigneren
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik scheerde
jij scheerde
hij/zij/het scheerde
			 					» meer vervoegingen van scheren
		 					
I dressed
you dressed
he/she/it dressed
ik kaste
jij kaste
hij/zij/het kaste
			 					» meer vervoegingen van kassen