Vertaling van to form

Inhoud:

Engels
Nederlands
to form, to shape, to configure, to fashion, to frame, to mould {ww.}
vormen 
formeren
aangaan 

I form
you form
we form

ik vorm
jij vormt
wij vormen
» meer vervoegingen van vormen

Democracy is the worst form of government, except all the others that have been tried.
Democratie is de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die zijn uitgeprobeerd.
to form, to take shape {ww.}
zetten 
ontstaan

I form
you form
we form

ik zet
jij zet
wij zetten
» meer vervoegingen van zetten

to erect, to establish, to found, to form {ww.}
vestigen 
stichten 
funderen
grondvesten
baseren 

I form
you form
we form

ik vestig
jij vestigt
wij vestigen
» meer vervoegingen van vestigen

to act, to do, to make, to perform, to carry out, to commit, to form, to reach, to render, to work, to wage {ww.}
doen 
maken 
uitvoeren 
uitrichten
uitbrengen
bedrijven 
aanmaken 

I form
you form
we form

ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen

It's better to do nothing than to do something poorly.
Beter niets doen, dan een fout te maken.
Don't make me do it again.
Zorg ervoor dat ik het niet nog eens moet doen.
to form, to shape {ww.}
vormen

I form
you form
we form

ik vorm
jij vormt
wij vormen
» meer vervoegingen van vormen

to form, to organise, to organize {ww.}
organiseren

I form
you form
we form

ik organiseer
jij organiseert
wij organiseren
» meer vervoegingen van organiseren

to form, to shape {ww.}
uitmaken

I form
you form
we form

ik maak uit
jij maakt uit
wij maken uit
» meer vervoegingen van uitmaken

to forge, to form, to mold, to mould, to shape, to work {ww.}
vormen
formeren

I form
you form
we form

ik vorm
jij vormt
wij vormen
» meer vervoegingen van vormen

to forge, to form, to mold, to mould, to shape, to work {ww.}
kneden

I form
you form
we form

ik kneed
jij kneedt
wij kneden
» meer vervoegingen van kneden



Gerelateerd aan to form

form - shape - configure - fashion - frame - mould - take shape - erect - establish - found - act - do - make - perform - carry outprocess - unify - abuse - cause