Vertaling van to ground

Inhoud:

Engels
Nederlands
to earth, to ground {ww.}
met de aarde verbinden
aarden 

I ground
you ground
we ground

ik aard
jij aardt
wij aarden
» meer vervoegingen van aarden

to grind, to polish smooth {ww.}
slijpen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik sleep
jij sleep
hij/zij/het sleep
» meer vervoegingen van slijpen

to grind, to pulverize, to mince, to crush {ww.}
kwellen
malen
vermalen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik kwelde
jij kwelde
hij/zij/het kwelde
» meer vervoegingen van kwellen

to creak, to gnash, to grate, to grind, to squeak {ww.}
knarsen
piepen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik knarste
jij knarste
hij/zij/het knarste
» meer vervoegingen van knarsen

to ground, to prime, to undercoat {ww.}
tectyleren

I ground
you ground
we ground

ik tectyleer
jij tectyleert
wij tectyleren
» meer vervoegingen van tectyleren

to ground, to run aground, to strand {ww.}
omhooglopen

I ground
you ground
we ground

ik loop omhoog
jij loopt omhoog
wij lopen omhoog
» meer vervoegingen van omhooglopen

to ground, to prime, to undercoat {ww.}
gronden

I ground
you ground
we ground

ik grond
jij grondt
wij gronden
» meer vervoegingen van gronden

to base, to establish, to found, to ground {ww.}
afgaan

I ground
you ground
we ground

ik ga af
jij gaat af
wij gaan af
» meer vervoegingen van afgaan

to base, to establish, to found, to ground {ww.}
fixeren

I ground
you ground
we ground

ik fixeer
jij fixeert
wij fixeren
» meer vervoegingen van fixeren

to anchor, to ground {ww.}
funderen
grondvesten

I ground
you ground
we ground

ik fundeer
jij fundeert
wij funderen
» meer vervoegingen van funderen

to anchor, to ground {ww.}
ankeren

I ground
you ground
we ground

ik anker
jij ankert
wij ankeren
» meer vervoegingen van ankeren

to base, to establish, to found, to ground {ww.}
uitgaan
vertrekken
baseren

I ground
you ground
we ground

ik ga uit
jij gaat uit
wij gaan uit
» meer vervoegingen van uitgaan

to bray, to comminute, to crunch, to grind, to mash {ww.}
vergruizen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik vergruisde
jij vergruisde
hij/zij/het vergruisde
» meer vervoegingen van vergruizen

to dig, to drudge, to fag, to grind, to labor, to labour, to moil, to toil, to travail {ww.}
beulen
ploeteren
sappelen
sloven
ploegen
inspannen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik beulde
jij beulde
hij/zij/het beulde
» meer vervoegingen van beulen

to dig, to drudge, to fag, to grind, to labor, to labour, to moil, to toil, to travail {ww.}
afsjouwen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik sjouwde af
jij sjouwde af
hij/zij/het sjouwde af
» meer vervoegingen van afsjouwen

to dig, to drudge, to fag, to grind, to labor, to labour, to moil, to toil, to travail {ww.}
sjouwen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik sjouwde
jij sjouwde
hij/zij/het sjouwde
» meer vervoegingen van sjouwen

to grind {ww.}
slijpen
buikschuiven
schuifelen
slowen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik sleep
jij sleep
hij/zij/het sleep
» meer vervoegingen van slijpen

to bray, to comminute, to crunch, to grind, to mash {ww.}
prakken

I ground
you ground
he/she/it ground

ik prakte
jij prakte
hij/zij/het prakte
» meer vervoegingen van prakken

to grate, to grind {ww.}
malen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik maalde
jij maalde
hij/zij/het maalde
» meer vervoegingen van malen

to bray, to comminute, to crunch, to grind, to mash {ww.}
inslijpen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik sleep in
jij sleep in
hij/zij/het sleep in
» meer vervoegingen van inslijpen

to bray, to comminute, to crunch, to grind, to mash {ww.}
fijnmalen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik maalde fijn
jij maalde fijn
hij/zij/het maalde fijn
» meer vervoegingen van fijnmalen

to grate, to grind {ww.}
geraspt
raspen

I ground
you ground
he/she/it ground

ik raspte
jij raspte
hij/zij/het raspte
» meer vervoegingen van raspen



Gerelateerd aan to ground

earth - ground - grind - polish smooth - pulverize - mince - crush - creak - gnash - grate - squeak - prime - undercoat - run aground - strandcover - go - plumb - base - determine - cater - stop - expend - crush - work - dig - dance - force - powder - turn - whet - mill - rub