Vertaling van blik

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
blik [o], plaatijzer {zn.}
blik [o]
plaatijzer {zn.}
Hij had een hongerige blik.
Hij had een hongerige blik.
Ze wierp me een vuile blik toe.
Ze wierp me een vuile blik toe.
blik [o], dunne metaalplaat [v] {zn.}
blik [o]
dunne metaalplaat [v] {zn.}
Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.
Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
blik [o], schop, schep [v] {zn.}
blik [o]
schop
schep [v] {zn.}
blik [m], kijkje [o] {zn.}
blik [m]
kijkje [o] {zn.}
Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.
Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.
blik [o], tinblik {zn.}
blik [o]
tinblik {zn.}
blik [m] {zn.}
blik [m] {zn.}
bus [v], blik [o], trommel, trommeltje [o], blikje [o] {zn.}
bus [v]
blik [o]
trommel
trommeltje [o]
blikje [o] {zn.}
Ik nam bus 61.
Ik nam bus 61.
De bus is vertraagd.
De bus is vertraagd.
kijk, blik [m], aanblik [m] {zn.}
kijk
blik [m]
aanblik [m] {zn.}
Kijk uit!
Kijk uit!
Kijk eens naar dit.
Kijk eens naar dit.
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
blikken
kijken
bekijken
kijken naar
schouwen
toekijken
toezien {ww.}

ik bekijk
jij bekijkt
hij/zij/het bekijkt

ik blik
jij blikt
hij/zij/het blikt
» meer vervoegingen van blikken

blikken, loeken, kijken {ww.}
blikken
loeken
kijken {ww.}

ik blik
jij blikt
hij/zij/het blikt

ik blik
jij blikt
hij/zij/het blikt
» meer vervoegingen van blikken



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Hij had een hongerige blik.

Hij had een hongerige blik.

Ze wierp me een vuile blik toe.

Ze wierp me een vuile blik toe.

Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.

Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.

"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."

"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."


Gerelateerd aan blik

plaatijzer - dunne metaalplaat - schop - schep - kijkje - tinblik - bus - trommel - trommeltje - blikje - kijk - aanblik - blikken - kijken - bekijkenzien