Vertaling van moeten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
moeten, zullen, horen, behoren, dienen {ww.}
moeten
zullen
horen
behoren
dienen {ww.}

ik behoor
jij behoort
hij/zij/het behoort

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Ze horen bij mij.
Ze horen bij mij.
Kun je me horen?
Kun je me horen?
moeten {ww.}
moeten {ww.}

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Mensen moeten werken.
Mensen moeten werken.
We moeten hier weg.
We moeten hier weg.
moeten, zullen, dienen {ww.}
moeten
zullen
dienen {ww.}

ik dien
jij dient
hij/zij/het dient

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Tulpen zullen snel bloeien.
Tulpen zullen snel bloeien.
We zullen zien.
We zullen zien.
moeten, houden, mogen, believen, blieven, lusten {ww.}
moeten
houden
mogen
believen
blieven
lusten {ww.}

ik belief
jij belieft
hij/zij/het belieft

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Naar believen
Naar believen
We moeten ons aan de wet houden.
We moeten ons aan de wet houden.
moeten {ww.}
moeten {ww.}

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Ze moeten vooraf betalen.
Ze moeten vooraf betalen.
We moeten gaan.
We moeten gaan.
moeten, willen, motten {ww.}
moeten
willen
motten {ww.}

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Ik vermoed, dat achter alles wat we doen moeten, wel iets zit, wat we doen willen...
Ik vermoed, dat achter alles wat we doen moeten, wel iets zit, wat we doen willen...
We willen volledige zinnen.
We willen volledige zinnen.
moeten {ww.}
moeten {ww.}

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

We moeten ons verstoppen!
We moeten ons verstoppen!
hebben, moeten {ww.}
hebben
moeten {ww.}

ik heb
jij hebt
hij/zij/het heeft

ik heb
jij hebt
hij/zij/het heeft
» meer vervoegingen van hebben

We moeten respect hebben voor andere culturen.
We moeten respect hebben voor andere culturen.
Je had het nu wel af moeten hebben.
Je had het nu wel af moeten hebben.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Mensen moeten werken.

Mensen moeten werken.

We moeten hier weg.

We moeten hier weg.

Ze moeten vooraf betalen.

Ze moeten vooraf betalen.

We moeten gaan.

We moeten gaan.

We moeten ons verstoppen!

We moeten ons verstoppen!

Kinderen moeten spelen.

Kinderen moeten spelen.

Mannen moeten werken.

Mannen moeten werken.

We moeten vertrekken.

We moeten vertrekken.

Alle mensen moeten sterven.

Alle mensen moeten sterven.

We moeten snel handelen.

We moeten snel handelen.

Je zou moeten slapen.

Je zou moeten slapen.

Kinderen moeten hun ouders gehoorzamen.

Kinderen moeten hun ouders gehoorzamen.

We moeten de regels volgen.

We moeten de regels volgen.

Wij moeten naar school gaan.

Wij moeten naar school gaan.

De ouderen moeten gerespecteerd worden.

De ouderen moeten gerespecteerd worden.


Gerelateerd aan moeten

zullen - horen - behoren - dienen - houden - mogen - believen - blieven - lusten - willen - motten - hebbenzijn - voelen - aandoen