Vertaling van piepen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
piepen, janken {ww.}
piepen
janken {ww.}

ik jank
jij jankt
hij/zij/het jankt

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

Zoals de ouden zongen, piepen de jongen.
Zoals de ouden zongen, piepen de jongen.
piepen, knarsen {ww.}
piepen
knarsen {ww.}

ik knars
jij knarst
hij/zij/het knarst

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

piepen, tjilpen, sjilpen, kwetteren {ww.}
piepen
tjilpen
sjilpen
kwetteren {ww.}

ik kwetter
jij kwettert
hij/zij/het kwettert

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

piepen {ww.}
piepen {ww.}

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

piepen {ww.}
piepen {ww.}

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

fluiten, piepen, gieren {ww.}
fluiten
piepen
gieren {ww.}

ik fluit
jij fluit
hij/zij/het fluit

ik fluit
jij fluit
hij/zij/het fluit
» meer vervoegingen van fluiten

Hij was een deuntje aan het fluiten.
Hij was een deuntje aan het fluiten.
's Morgens begonnen de vogeltjes te fluiten.
's Morgens begonnen de vogeltjes te fluiten.
piepen {ww.}
piepen {ww.}

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

piepen {ww.}
piepen {ww.}

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

piepen {ww.}
piepen {ww.}

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept

ik piep
jij piept
hij/zij/het piept
» meer vervoegingen van piepen

zagen, zieken, piepen, mieren, malen, zeveren, emmeren, zeiken, reutelen, mekkeren, mekken, griepen, zemelknopen, zemelen, zaniken, neuzelen, lazeren, mauwen, zeuren, meieren {ww.}
zagen
zieken
piepen
mieren
malen
zeveren
emmeren
zeiken
reutelen
mekkeren
mekken
griepen
zemelknopen
zemelen
zaniken
neuzelen
lazeren
mauwen
zeuren
meieren {ww.}

ik emmer
jij emmert
hij/zij/het emmert

ik zaag
jij zaagt
hij/zij/het zaagt
» meer vervoegingen van zagen

Verplegers verzorgen zieken.
Verplegers verzorgen zieken.
Mieren en giraffen zijn verre neven.
Mieren en giraffen zijn verre neven.
loeren, piepen, spieden {ww.}
loeren
piepen
spieden {ww.}

ik loer
jij loert
hij/zij/het loert

ik loer
jij loert
hij/zij/het loert
» meer vervoegingen van loeren



Gerelateerd aan piepen

janken - knarsen - tjilpen - sjilpen - kwetteren - fluiten - gieren - zagen - zieken - mieren - malen - zeveren - emmeren - zeiken - reutelenroepen - spreken - uiten - blikken