Vertaling van teweegbrengen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bevallen, voortbrengen, teweegbrengen, het leven schenken, baren {ww.}
bevallen
voortbrengen
teweegbrengen
het leven schenken
baren {ww.}
voortbrengen
teweegbrengen
het leven schenken
baren {ww.}
ik zal baren
jij zult baren
hij/zij/het zal baren
ik zal bevallen
jij zult bevallen
hij/zij/het zal bevallen
» meer vervoegingen van bevallen
Ik hoop dat het u zal bevallen.
Ik hoop dat het u zal bevallen.
Afgelopen week is ze bevallen van een mooie dochter.
Afgelopen week is ze bevallen van een mooie dochter.
veroorzaken, aanrichten, teweegbrengen, stichten, aandoen {ww.}
veroorzaken
aanrichten
teweegbrengen
stichten
aandoen {ww.}
aanrichten
teweegbrengen
stichten
aandoen {ww.}
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ik zal veroorzaken
jij zult veroorzaken
hij/zij/het zal veroorzaken
» meer vervoegingen van veroorzaken
Het zal schade aanrichten aan de oogst.
Het zal schade aanrichten aan de oogst.
Ik wil geen paniek veroorzaken.
Ik wil geen paniek veroorzaken.
houden, beleggen, uitschrijven, teweegbrengen {ww.}
houden
beleggen
uitschrijven
teweegbrengen {ww.}
beleggen
uitschrijven
teweegbrengen {ww.}
ik zal beleggen
ik zou beleggen
jij zult beleggen
ik zal houden
ik zou houden
jij zult houden
» meer vervoegingen van houden
Hij kan een miljoen yen beleggen.
Hij kan een miljoen yen beleggen.
Rechts houden.
Rechts houden.
leiden, veroorzaken, teweegbrengen {ww.}
leiden
veroorzaken
teweegbrengen {ww.}
veroorzaken
teweegbrengen {ww.}
ik zal leiden
ik zou leiden
jij zult leiden
ik zal leiden
ik zou leiden
jij zult leiden
» meer vervoegingen van leiden
Welke moeilijkheden kan zij veroorzaken?
Welke moeilijkheden kan zij veroorzaken?
Alle wegen leiden naar Rome.
Alle wegen leiden naar Rome.