Vertaling van tochten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
tochten {ww.}
tochten {ww.}

ik tocht
jij tocht
hij/zij/het tocht

ik tocht
jij tocht
hij/zij/het tocht
» meer vervoegingen van tochten

trekken, doorwaaien, tochten, doorblazen {ww.}
trekken
doorwaaien
tochten
doorblazen {ww.}

ik blaas door
jij blaast door
hij/zij/het blaast door

ik trek
jij trekt
hij/zij/het trekt
» meer vervoegingen van trekken

Mary begon haar kleren uit te trekken.
Mary begon haar kleren uit te trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.
trip, excursie [v], toer, tocht (mv. tochten), uitstapje [o] {zn.}
trip
excursie [v]
toer
tocht (mv. tochten)
uitstapje [o] {zn.}
Ze hebben hun trip vanwege Regen afgebroken.
Ze hebben hun trip vanwege Regen afgebroken.
We plannen een trip naar New York.
We plannen een trip naar New York.
trek [m] (de ~), luchtstroom, zucht [m] (de ~), zuiging [v] (de ~), tocht (mv. tochten) [m] (de ~) {zn.}
trek [m] (de ~)
luchtstroom
zucht [m] (de ~)
zuiging [v] (de ~)
tocht (mv. tochten) [m] (de ~) {zn.}
Trek je pyjama aan.
Trek je pyjama aan.
Ik had erge trek.
Ik had erge trek.
rit, tocht (mv. tochten) {zn.}
rit
tocht (mv. tochten) {zn.}
De trein was zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.
De trein was zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.
reis, trip, toer, tocht (mv. tochten) {zn.}
reis
trip
toer
tocht (mv. tochten) {zn.}
Goede reis!
Goede reis!
Ik reis vaak.
Ik reis vaak.
tocht (mv. tochten) {zn.}
tocht (mv. tochten) {zn.}
tocht (mv. tochten), trek {zn.}
tocht (mv. tochten)
trek {zn.}
tocht (mv. tochten), trek {zn.}
tocht (mv. tochten)
trek {zn.}
gang [m] (de ~), tocht [m] (de ~) {zn.}
gang [m] (de ~)
tocht [m] (de ~) {zn.}
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."
"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."
tocht (mv. tochten) {zn.}
tocht (mv. tochten) {zn.}


Gerelateerd aan tochten

trekken - doorwaaien - doorblazen - trip - excursie - toer - tocht - uitstapje - trek - luchtstroom - zucht - zuiging - rit - reis - gangblazen - luchtstroom - reis - kanaal