Betekenis van:
doordringend

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • ver binnengaand in
"doordringende ogen"
"een doordringend(e) (stem)geluid/gil/stem/stank/geur/blik"

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • doordringend; penetrant
"doordringende ogen"
"een doordringend(e) (stem)geluid/gil/stem/stank/geur/blik"

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • listig, doortrapt

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • gretig; met veel zin; begerig; begerig; tuk; hevig verlangend

Synoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • kortaf en scherp

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • pienter

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • snel van gedachten, van begrip of daarvan blijk geven

Synoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • ad rem

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • vervuld van een krachtig en volhardend streven om een doel te bereiken

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • een diepe indruk achterlatend; dringend

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • oplettend; bijdehand; met vuur bewerken van iets; zich gespannen toeleggend op

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • met dorst

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • getuigend van diep nadenken

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • pittig

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • ad rem; paraat

Synoniemen

Hyperoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • degelijk; grondig; diepgaand; goed doordacht

Synoniemen

doordringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • verstand hebbend, zijn verstand goed gebruikend

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen