Vertaling van letting
						Inhoud:
						
Engels
Nederlands
to let, to rent out, to rent, to hire, to hire out, to lease {ww.}
verhuren
to enable, to let, to permit, to allow {ww.}
in staat stellen
mogelijk maken
mogelijk maken
I am letting
to allow, to leave, to let, to release {ww.}
laten
laten begaan
laten schieten
loslaten
toelaten
laten begaan
laten schieten
loslaten
toelaten
I am letting
lease, letting, rental {zn.}
verpachting
to lease, to let, to rent {ww.}
verhuren
to allow, to let, to permit {ww.}
laten
toelaten
tolereren
dulden
toelaten
tolereren
dulden
Live and let live.
									Leven en laten leven.
								  Let me pass, please.
									Gelieve mij door te laten.
								  to let {ww.}
laten
Let me exchange seats with you.
									Laten we van plaats wisselen.
								  Did your uncle let you drive his car?
									Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
								  to get, to have, to let {ww.}
krijgen
Tom kept talking and didn't let Mary get a word in edgewise.
									Tom bleef maar praten en liet Mary er geen woord tussen krijgen.
								  Can I get something to eat?
									Kan ik iets krijgen om te eten?
								  to allow, to countenance, to let, to permit {ww.}
veroorloven
vergunnen
approberen
permitteren
toestaan
vergunnen
approberen
permitteren
toestaan
to lease, to let, to rent {ww.}
verpachten
I am letting
to lease, to let, to rent {ww.}
verhuren
I am letting
to allow, to let, to permit {ww.}
doorlaten
I am letting