Vertaling van stuck
klitten
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik klitte
jij klitte
hij/zij/het klitte
» meer vervoegingen van klitten
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik stelde vast
jij stelde vast
hij/zij/het stelde vast
» meer vervoegingen van vaststellen
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik pikte
jij pikte
hij/zij/het pikte
» meer vervoegingen van pikken
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik schoof
jij schoof
hij/zij/het schoof
» meer vervoegingen van schuiven
klemmen
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik klemde
jij klemde
hij/zij/het klemde
» meer vervoegingen van klemmen
pakken
plakken
kleven
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik pakte
jij pakte
hij/zij/het pakte
» meer vervoegingen van pakken
elkaar aantrekken
vastklampen
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik klemde vast
jij klemde vast
hij/zij/het klemde vast
» meer vervoegingen van vastklemmen
kleven
vastkleven
aanhangen
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik kleefde aan
jij kleefde aan
hij/zij/het kleefde aan
» meer vervoegingen van aankleven
I stuck
zich vasthechten
he/she/it stuck
they stuck
hij/zij/het bezonk
zij bezonken
» meer vervoegingen van bezinken
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik kleefde
jij kleefde
hij/zij/het kleefde
» meer vervoegingen van kleven
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik lijmde
jij lijmde
hij/zij/het lijmde
» meer vervoegingen van lijmen
elkaar aantrekken
I stuck
you stuck
he/she/it stuck
ik klitte
jij klitte
hij/zij/het klitte
» meer vervoegingen van klitten
Voorbeelden in zinsverband
Rabbits stuck their noses out.
De konijnen staken hun snuitjes uit.
Tom is stuck in the past.
Tom zit vast in het verleden.
He stuck his knife into the tree.
Hij stak zijn mes in de boom.
"Yes," Dima replied, brushing off a piece of half-eaten fish that had gotten stuck to his right sleeve. "I'd like to buy that one there."
"Ja," antwoordde Dima, terwijl hij een stukje halfopgegeten vis dat was blijven zitten op zijn rechtermouw wegveegde. "Ik wil graag dat daar kopen."