Vertaling van uphold

Inhoud:

Engels
Nederlands
to confirm, to corroborate, to acknowledge, to affirm, to establish, to uphold {ww.}
vormen 
staven 
bevestigen 
erkennen
bekrachtigen 

I uphold
you uphold
we uphold

ik vorm
jij vormt
wij vormen
» meer vervoegingen van vormen

to support, to sustain, to countenance, to espouse, to maintain, to uphold, to second, to back, to stand by, to back up {ww.}
ondersteunen
steunen
schragen
ruggesteunen
schoren
dragen 

I uphold
you uphold
we uphold

ik ondersteun
jij ondersteunt
wij ondersteunen
» meer vervoegingen van ondersteunen

I dared to support his opinion.
Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.
There are merits and demerits to both your opinions so I'm not going to decide right away which to support.
Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.
to maintain, to uphold {ww.}
handhaven

I uphold
you uphold
we uphold

ik handhaaf
jij handhaaft
wij handhaven
» meer vervoegingen van handhaven

Even under pressure I can maintain high standards.
Ook onder druk kan ik hoge kwaliteitsstandaarden handhaven.
to bear on, to carry on, to continue, to preserve, to uphold {ww.}
voortbouwen
voortgezet
continueren
voortzetten
vervolgen

I uphold
you uphold
we uphold

ik bouw voort
jij bouwt voort
wij bouwen voort
» meer vervoegingen van voortbouwen

to bear on, to carry on, to continue, to preserve, to uphold {ww.}
blijven
overgaan
doorgaan
voortgaan

I uphold
you uphold
we uphold

ik blijf
jij blijft
wij blijven
» meer vervoegingen van blijven

You must continue to train.
Je moet blijven trainen.
to maintain, to uphold {ww.}
hooghouden

I uphold
you uphold
we uphold

ik houd hoog
jij houdt hoog
wij houden hoog
» meer vervoegingen van hooghouden

to maintain, to uphold {ww.}
herbevestigen

I uphold
you uphold
we uphold

ik herbevestig
jij herbevestigt
wij herbevestigen
» meer vervoegingen van herbevestigen



Gerelateerd aan uphold

confirm - corroborate - acknowledge - affirm - establish - support - sustain - countenance - espouse - maintain - second - back - stand by - back up - bear ondefend - work - bear on - keep - affirm