Vertaling van aantrekken
aanbrengen
opbrengen
opleggen
aandoen {ww.}
ik zal aanbrengen
jij zult aanbrengen
hij/zij/het zal aanbrengen
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
strakker aantrekken {ww.}
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
aantrekken
aanhalen {ww.}
ik zal aanhalen
jij zult aanhalen
hij/zij/het zal aanhalen
ik zal trekken
jij zult trekken
hij/zij/het zal trekken
» meer vervoegingen van trekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
aanhalen {ww.}
ik zal aanhalen
jij zult aanhalen
hij/zij/het zal aanhalen
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
werven {ww.}
ik zal aantrekken
ik zou aantrekken
jij zult aantrekken
ik zal aantrekken
ik zou aantrekken
jij zult aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
aantrekken
verlekkeren
toelachen
bekoren
aanlokken {ww.}
ik zal aanlokken
jij zult aanlokken
hij/zij/het zal aanlokken
ik zal trekken
jij zult trekken
hij/zij/het zal trekken
» meer vervoegingen van trekken
bijtrekken
opleven {ww.}
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
» meer vervoegingen van aantrekken
bekoren
trekken
aantrekken
lokken {ww.}
ik zal aanlokken
jij zult aanlokken
hij/zij/het zal aanlokken
ik zal aanlokken
jij zult aanlokken
hij/zij/het zal aanlokken
» meer vervoegingen van aanlokken
Voorbeelden in zinsverband
Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?