Vertaling van borgen
ik borg
jij borgt
hij/zij/het borgt
ik borg
jij borgt
hij/zij/het borgt
» meer vervoegingen van borgen
wegbergen
opsluiten
opbergen
insluiten {ww.}
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
» meer vervoegingen van bergen
redden
behouden {ww.}
ik behield
jij behield
hij/zij/het behield
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
» meer vervoegingen van bergen
bergen
bewaren
conserveren
onderhouden
overhouden {ww.}
ik behield
jij behield
hij/zij/het behield
ik behield
jij behield
hij/zij/het behield
» meer vervoegingen van behouden
instaan
waarborgen
garanderen
borgen {ww.}
ik borg
jij borgt
hij/zij/het borgt
ik verzeker
jij verzekert
hij/zij/het verzekert
» meer vervoegingen van verzekeren
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
» meer vervoegingen van bergen
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
» meer vervoegingen van bergen
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
» meer vervoegingen van bergen
stouwen
wegbergen
wegleggen
wegzetten
bergen {ww.}
ik borg
jij borg
hij/zij/het borg
ik borg op
jij borg op
hij/zij/het borg op
» meer vervoegingen van opbergen
waarborg {zn.}
landhuis {zn.}
borgtocht
waarborgsom
cautie
borgstelling
borgsom {zn.}