Vertaling van hakken
hakken met een houweel {ww.}
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
kappen
houwen {ww.}
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
vitten {ww.}
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
uithouwen
houwen
uithakken {ww.}
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
ik hak
jij hakt
hij/zij/het hakt
» meer vervoegingen van hakken
hak (mv. hakken)
houw {zn.}
kappen
bikken
hakken {ww.}
ik bik
jij bikt
hij/zij/het bikt
ik houw
jij houwt
hij/zij/het houwt
» meer vervoegingen van houwen
hak (mv. hakken)
kap {zn.}
hak {zn.}
houw {zn.}