Vertaling van contracted

Inhoud:

Engels
Nederlands
contracted {bn.}
ingesnoerd
to contract {ww.}
wegkrimpen

I contracted

to compact, to compress, to constrict, to contract, to press, to squeeze {ww.}
ineenkrimpen
ineenkronkelen
samentrekken

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik kromp ineen
jij kromp ineen
hij/zij/het kromp ineen
» meer vervoegingen van ineenkrimpen

to contract, to narrow {ww.}
versmallen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik versmalde
jij versmalde
hij/zij/het versmalde
» meer vervoegingen van versmallen

to contract {ww.}
vernauwen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik vernauwde
jij vernauwde
hij/zij/het vernauwde
» meer vervoegingen van vernauwen

to contract, to get, to take {ww.}
vatten
opdoen
oplopen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik vatte
jij vatte
hij/zij/het vatte
» meer vervoegingen van vatten

You've got to take the bull by the horns!
Je moet de koe bij de horens vatten!
You must take the bull by the horns.
Je moet de koe bij de horens vatten.
to compact, to compress, to constrict, to contract, to press, to squeeze {ww.}
persen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik perste
jij perste
hij/zij/het perste
» meer vervoegingen van persen

to compact, to compress, to constrict, to contract, to press, to squeeze {ww.}
samentrekken

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik trok samen
jij trok samen
hij/zij/het trok samen
» meer vervoegingen van samentrekken

to compact, to compress, to constrict, to contract, to press, to squeeze {ww.}
wringen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik wrong
jij wrong
hij/zij/het wrong
» meer vervoegingen van wringen

to contract, to narrow {ww.}
vernauwen
versmallen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik vernauwde
jij vernauwde
hij/zij/het vernauwde
» meer vervoegingen van vernauwen

to contract, to sign, to sign on, to sign up {ww.}
vastleggen
binden

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik legde vast
jij legde vast
hij/zij/het legde vast
» meer vervoegingen van vastleggen

to compact, to compress, to constrict, to contract, to press, to squeeze {ww.}
vernauwen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik vernauwde
jij vernauwde
hij/zij/het vernauwde
» meer vervoegingen van vernauwen

to abbreviate, to abridge, to contract, to cut, to foreshorten, to reduce, to shorten {ww.}
afzagen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik zaagde af
jij zaagde af
hij/zij/het zaagde af
» meer vervoegingen van afzagen

to contract, to shrink {ww.}
inkrimpen
krimpen
verschrompelen

I contracted
you contracted
he/she/it contracted

ik kromp in
jij kromp in
hij/zij/het kromp in
» meer vervoegingen van inkrimpen



Gerelateerd aan contracted

contract - compact - compress - constrict - press - squeeze - narrow - get - take - sign - sign on - sign up - abbreviate - abridge - cutmove - bring down - alter - change - force - displace - turn - decrease - pledge - remove - saw