Vertaling van got
I got
you got
he/she/it got
ik bracht
jij bracht
hij/zij/het bracht
» meer vervoegingen van brengen
I got
you got
he/she/it got
ik werd
jij werd
hij/zij/het werd
» meer vervoegingen van worden
I got
you got
he/she/it got
ik werd
jij werd
hij/zij/het werd
» meer vervoegingen van worden
gaan halen
I got
you got
he/she/it got
ik haalde
jij haalde
hij/zij/het haalde
» meer vervoegingen van halen
I got
you got
he/she/it got
ik schafte aan
jij schafte aan
hij/zij/het schafte aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I got
you got
he/she/it got
ik nam
jij nam
hij/zij/het nam
» meer vervoegingen van nemen
I got
you got
he/she/it got
ik verkreeg
jij verkreeg
hij/zij/het verkreeg
» meer vervoegingen van verkrijgen
I got
you got
he/she/it got
ik kwam aan
jij kwam aan
hij/zij/het kwam aan
» meer vervoegingen van aankomen
I got
you got
he/she/it got
ik bereikte
jij bereikte
hij/zij/het bereikte
» meer vervoegingen van bereiken
I got
you got
he/she/it got
ik kreeg
jij kreeg
hij/zij/het kreeg
» meer vervoegingen van krijgen
I got
you got
he/she/it got
ik deed
jij deed
hij/zij/het deed
» meer vervoegingen van doen
I got
you got
he/she/it got
ik schafte aan
jij schafte aan
hij/zij/het schafte aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I got
you got
he/she/it got
ik reikte uit
jij reikte uit
hij/zij/het reikte uit
» meer vervoegingen van uitreiken
I got
you got
he/she/it got
ik genoot
jij genoot
hij/zij/het genoot
» meer vervoegingen van genieten
I got
you got
he/she/it got
ik betrok
jij betrok
hij/zij/het betrok
» meer vervoegingen van betrekken
Voorbeelden in zinsverband
I've got a lorry.
Ik heb een vrachtwagen.
Naturally he got angry.
Natuurlijk werd hij boos.
She got angry.
Zij werd kwaad.
I just got up.
Ik ben net opgestaan.
He got quite well.
Het is in orde gekomen met hem.
I've got a question.
Ik heb een vraag.
Cat got your tongue?
Ben je je tong verloren?
Luckily nobody got wet.
Gelukkig werd niemand nat.
I got left behind.
Men heeft me achtergelaten.
He got angry.
Hij werd kwaad.
She got up late.
Ze is laat opgestaan.
She's got more books.
Ze heeft meer boeken.
He got very drunk.
Hij werd erg dronken.
She's got such lovely eyes.
Ze heeft zo'n mooie ogen.
You’ve got the wrong person.
Je hebt de verkeerde persoon.