Vertaling van klauw
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
klauw {zn.}
klauw {zn.}
klauw {zn.}
klauw {zn.}
klauw {zn.}
klauw {zn.}
klauwen, krabben, krauwen, scharrelen {ww.}
klauwen
krabben
krauwen
scharrelen {ww.}
krabben
krauwen
scharrelen {ww.}
ik klauw
jij klauwt
hij/zij/het klauwt
ik klauw
jij klauwt
hij/zij/het klauwt
» meer vervoegingen van klauwen
krauw, krab , klauw {zn.}
krauw
krab
klauw {zn.}
krab
klauw {zn.}
hand , poten, fik , poot , tengel, vlerken, knijper, kluif, klavieren, klavier, klauwen, klauw , tengels , jat, fikken {zn.}
hand
poten
fik
poot
tengel
vlerken
knijper
kluif
klavieren
klavier
klauwen
klauw
tengels
jat
fikken {zn.}
poten
fik
poot
tengel
vlerken
knijper
kluif
klavieren
klavier
klauwen
klauw
tengels
jat
fikken {zn.}
Hij stak zijn eigen huis in de fik.
Hij stak zijn eigen huis in de fik.
Een tafel heeft vier poten.
Een tafel heeft vier poten.
klauwen, krabbelen {ww.}
klauwen
krabbelen {ww.}
krabbelen {ww.}
ik klauw
jij klauwt
hij/zij/het klauwt
ik klauw
jij klauwt
hij/zij/het klauwt
» meer vervoegingen van klauwen
krabben, krabbelen, krauwen, klauwen {ww.}
krabben
krabbelen
krauwen
klauwen {ww.}
krabbelen
krauwen
klauwen {ww.}
ik klauw
jij klauwt
hij/zij/het klauwt
ik krab
jij krabt
hij/zij/het krabt
» meer vervoegingen van krabben
Ik hoor een kat aan het venster krabben.
Ik hoor een kat aan het venster krabben.
stelen, pikken, dieven, kapen, weggappen, snuffelen, snaaien, rausjen, ratsen, ontvreemden, klauwen, kaaien, jatten, jatmouzen, gappen {ww.}
stelen
pikken
dieven
kapen
weggappen
snuffelen
snaaien
rausjen
ratsen
ontvreemden
klauwen
kaaien
jatten
jatmouzen
gappen {ww.}
pikken
dieven
kapen
weggappen
snuffelen
snaaien
rausjen
ratsen
ontvreemden
klauwen
kaaien
jatten
jatmouzen
gappen {ww.}
ik dief
jij dieft
hij/zij/het dieft
ik steel
jij steelt
hij/zij/het steelt
» meer vervoegingen van stelen
Pas op voor dieven in deze omgeving.
Pas op voor dieven in deze omgeving.
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Kunt ge mij het stelen aanleren?