Vertaling van neerhalen
neerhalen {ww.}
ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen
ik zal neerschieten
ik zou neerschieten
jij zult neerschieten
» meer vervoegingen van neerschieten
laten zakken
neerhalen {ww.}
ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen
ik zal strijken
ik zou strijken
jij zult strijken
» meer vervoegingen van strijken
neerhalen
afbreken {ww.}
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
ik zal slopen
jij zult slopen
hij/zij/het zal slopen
» meer vervoegingen van slopen
neerhalen
aflaten {ww.}
ik zal aflaten
jij zult aflaten
hij/zij/het zal aflaten
ik zal neerhalen
jij zult neerhalen
hij/zij/het zal neerhalen
» meer vervoegingen van neerhalen
neerhalen
kraken
afkammen
afzeiken
afgeven
afbreken
aantrappen
aanschoppen
afkraken {ww.}
ik zal aanschoppen
ik zou aanschoppen
jij zult aanschoppen
ik zal veroordelen
ik zou veroordelen
jij zult veroordelen
» meer vervoegingen van veroordelen
omlaaghalen
neerhalen {ww.}
ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
» meer vervoegingen van afhalen
neerhalen {ww.}
ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen
ik zal neerschieten
ik zou neerschieten
jij zult neerschieten
» meer vervoegingen van neerschieten
neerhalen {ww.}
ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen
ik zal onderuithalen
ik zou onderuithalen
jij zult onderuithalen
» meer vervoegingen van onderuithalen
neerhalen
slopen
slechten {ww.}
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
» meer vervoegingen van afbreken