Vertaling van neerhalen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
neerschieten, neerhalen {ww.}
neerschieten
neerhalen {ww.}

ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen

ik zal neerschieten
ik zou neerschieten
jij zult neerschieten
» meer vervoegingen van neerschieten

Ik ga hem neerschieten.
Ik ga hem neerschieten.
strijken, laten zakken, neerhalen {ww.}
strijken
laten zakken
neerhalen {ww.}

ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen

ik zal strijken
ik zou strijken
jij zult strijken
» meer vervoegingen van strijken

Kan je de prijs een beetje laten zakken?
Kan je de prijs een beetje laten zakken?
Als je Zwitserland zou strijken, zou het groter zijn dan Duitsland.
Als je Zwitserland zou strijken, zou het groter zijn dan Duitsland.
slopen, neerhalen, afbreken {ww.}
slopen
neerhalen
afbreken {ww.}

ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken

ik zal slopen
jij zult slopen
hij/zij/het zal slopen
» meer vervoegingen van slopen

laten zakken, neerhalen, aflaten {ww.}
laten zakken
neerhalen
aflaten {ww.}

ik zal aflaten
jij zult aflaten
hij/zij/het zal aflaten

ik zal neerhalen
jij zult neerhalen
hij/zij/het zal neerhalen
» meer vervoegingen van neerhalen

veroordelen, neerhalen, kraken, afkammen, afzeiken, afgeven, afbreken, aantrappen, aanschoppen, afkraken {ww.}
veroordelen
neerhalen
kraken
afkammen
afzeiken
afgeven
afbreken
aantrappen
aanschoppen
afkraken {ww.}

ik zal aanschoppen
ik zou aanschoppen
jij zult aanschoppen

ik zal veroordelen
ik zou veroordelen
jij zult veroordelen
» meer vervoegingen van veroordelen

afhalen, omlaaghalen, neerhalen {ww.}
afhalen
omlaaghalen
neerhalen {ww.}

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen

ik zal afhalen
jij zult afhalen
hij/zij/het zal afhalen
» meer vervoegingen van afhalen

neerschieten, neerhalen {ww.}
neerschieten
neerhalen {ww.}

ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen

ik zal neerschieten
ik zou neerschieten
jij zult neerschieten
» meer vervoegingen van neerschieten

onderuithalen, neerhalen {ww.}
onderuithalen
neerhalen {ww.}

ik zal neerhalen
ik zou neerhalen
jij zult neerhalen

ik zal onderuithalen
ik zou onderuithalen
jij zult onderuithalen
» meer vervoegingen van onderuithalen

afbreken, neerhalen, slopen, slechten {ww.}
afbreken
neerhalen
slopen
slechten {ww.}

ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken

ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
» meer vervoegingen van afbreken