Vertaling van schreef
regel
lijn
toer
streep
linie {zn.}
haal
streek
streep
schrap {zn.}
schrijven
scheppen
componeren {ww.}
ik componeerde
jij componeerde
hij/zij/het componeerde
ik maakte
jij maakte
hij/zij/het maakte
» meer vervoegingen van maken
uitschrijven
neerschrijven {ww.}
ik schreef neer
jij schreef neer
hij/zij/het schreef neer
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
» meer vervoegingen van schrijven
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
» meer vervoegingen van schrijven
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
» meer vervoegingen van schrijven
spellen {ww.}
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
» meer vervoegingen van schrijven
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
» meer vervoegingen van schrijven
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
ik schreef
jij schreef
hij/zij/het schreef
» meer vervoegingen van schrijven
Voorbeelden in zinsverband
Hij schreef een brief.
Hij schreef een brief.
Wie schreef dit boek?
Wie schreef dit boek?
Hij schreef noch telefoneerde.
Hij schreef noch telefoneerde.
Ze schreef me snel terug.
Ze schreef me snel terug.
Faber schreef boeken over insecten.
Faber schreef boeken over insecten.
Ik schreef haar elke dag een brief.
Ik schreef haar elke dag een brief.
Ik schreef haar een lange brief.
Ik schreef haar een lange brief.
Tom schreef zijn naam op het bord.
Tom schreef zijn naam op het bord.
De dokter schreef medicijnen voor voor de patiënt.
De dokter schreef medicijnen voor voor de patiënt.
hij schreef dit book toen hij 20 jaar was.
hij schreef dit book toen hij 20 jaar was.
Fred schreef aan zijn moeder een lange brief.
Fred schreef aan zijn moeder een lange brief.
De beroemde auteur schreef nog een goed verkocht boek.
De beroemde auteur schreef nog een goed verkocht boek.
De broer schreef een brief aan de zus.
De broer schreef een brief aan de zus.