Vertaling van vereffenen
aanzuiveren {ww.}
ik zuiver aan
jij zuivert aan
hij/zij/het zuivert aan
ik vereffen
jij vereffent
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen
verrekenen
kwijtschelden {ww.}
ik scheld kwijt
jij scheldt kwijt
hij/zij/het scheldt kwijt
ik vereffen
jij vereffent
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen
vereffenen
afsluiten {ww.}
ik sluit af
jij sluit af
hij/zij/het sluit af
ik saldeer
jij saldeert
hij/zij/het saldeert
» meer vervoegingen van salderen
vereffenen
reguleren
reglementeren {ww.}
ik regel
jij regelt
hij/zij/het regelt
ik regel
jij regelt
hij/zij/het regelt
» meer vervoegingen van regelen
schikken {ww.}
ik schik
jij schikt
hij/zij/het schikt
ik vereffen
jij vereffent
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen
afrekenen
voldaan
afdoen
verrekenen
vereffenen
afbetalen {ww.}
ik betaal af
jij betaalt af
hij/zij/het betaalt af
ik voldoe
jij voldoet
hij/zij/het voldoet
» meer vervoegingen van voldoen