Vertaling van vereffenen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vereffenen, aanzuiveren {ww.}
vereffenen
aanzuiveren {ww.}

ik zuiver aan
jij zuivert aan
hij/zij/het zuivert aan

ik vereffen
jij vereffent
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen

vereffenen, verrekenen, kwijtschelden {ww.}
vereffenen
verrekenen
kwijtschelden {ww.}

ik scheld kwijt
jij scheldt kwijt
hij/zij/het scheldt kwijt

ik vereffen
jij vereffent
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen

salderen, vereffenen, afsluiten {ww.}
salderen
vereffenen
afsluiten {ww.}

ik sluit af
jij sluit af
hij/zij/het sluit af

ik saldeer
jij saldeert
hij/zij/het saldeert
» meer vervoegingen van salderen

regelen, vereffenen, reguleren, reglementeren {ww.}
regelen
vereffenen
reguleren
reglementeren {ww.}

ik regel
jij regelt
hij/zij/het regelt

ik regel
jij regelt
hij/zij/het regelt
» meer vervoegingen van regelen

laat ons de kwestie zonder een derde partij regelen.
laat ons de kwestie zonder een derde partij regelen.
Het maakt me niet uit om in de regelen te wandelen.
Het maakt me niet uit om in de regelen te wandelen.
vereffenen, schikken {ww.}
vereffenen
schikken {ww.}

ik schik
jij schikt
hij/zij/het schikt

ik vereffen
jij vereffent
hij/zij/het vereffent
» meer vervoegingen van vereffenen

voldoen, afrekenen, voldaan, afdoen, verrekenen, vereffenen, afbetalen {ww.}
voldoen
afrekenen
voldaan
afdoen
verrekenen
vereffenen
afbetalen {ww.}

ik betaal af
jij betaalt af
hij/zij/het betaalt af

ik voldoe
jij voldoet
hij/zij/het voldoet
» meer vervoegingen van voldoen

Kunnen we afrekenen?
Kunnen we afrekenen?
Je ziet er voldaan uit.
Je ziet er voldaan uit.