Betekenis van:
cast
cast
Zelfstandig naamwoord
- manier waarop iets verschijnt
- the visual appearance of something or someone
"the delicate cast of his features"
Synoniemen
Hyperoniemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- de vorm hebben van
- the visual appearance of something or someone
"the delicate cast of his features"
Synoniemen
Hyperoniemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- vage verschijning
- the visual appearance of something or someone
"the delicate cast of his features"
Synoniemen
Hyperoniemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- de personen die de rollen of partijen spelen
- the actors in a play
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- verband van in gips gedoopte windsels, die na bevochtiging hard worden en het verbonden deel onbeweeglijk op zijn plaats houden
- bandage consisting of a firm covering (often made of plaster of Paris) that immobilizes broken bones while they heal
Synoniemen
Hyperoniemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- dramatis personae
- the actors in a play
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- dramatis personae
- the actors in a play
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cast
Zelfstandig naamwoord
- gietsel
- the act of throwing a fishing line out over the water by means of a rod and reel
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to cast
Werkwoord
- wegdoen
- get rid of
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to cast
Werkwoord
- afschudden
- get rid of
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- I'm completely cast down!
- The die is cast.
- Cast pearls before swine.
- The die is cast. I repeat: The die is cast.
- His alibi seemed cast-iron.
- I cast aside my chains.
- The cow cast her calf.
- He was cast as Hamlet.
- The characters were well cast.
- He cast reflections on me.
- The boat was cast ashore.
- Don't cast pearls before swine.
- Don't cast pears before swine.
- The die has been cast.
- Cast your vote for me!