Betekenis van:
losmaken
losmaken
Werkwoord
- ervoor zorgen dat iets of iemand los wordt
"We moeten eerst die knoop losmaken."
losmaken
Werkwoord
- minder vast laten zijn
"Jullie moeten je echt wat meer losmaken van elkaar."
losmaken
Werkwoord
- bemachtigen
"Ik heb dit mooie huis voor een koopje bij hem kunnen losmaken."
losmaken
Werkwoord
- interesses of emoties oproepen
"Dit gaat een hoop bij mij losmaken..."
losmaken
Werkwoord
- zich ontdoen van
"Wie maakt me los?"
losmaken
Werkwoord
- vrijmaken, losmaken van
"een geketende/paard losmaken"
"zich losmaken uit een positie"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
losmaken
Werkwoord
- ter beschikking weten te krijgen
Hyperoniemen
Hyponiemen
losmaken
Werkwoord
- minder samenhangend maken, minder vast laten zijn