Vertaling van bring off

Inhoud:

Engels
Nederlands
to bring, to fetch {ww.}
brengen 
aanbrengen 
bezorgen 
aandragen 

I bring
you bring
we bring

ik breng
jij brengt
wij brengen
» meer vervoegingen van brengen

Wars bring scars.
Oorlogen brengen littekens.
I'll bring one more towel.
Ik zal nog een handdoek brengen.
to bring, to convey, to supply {ww.}
toevoeren
aanvoeren

I bring
you bring
we bring

ik voer toe
jij voert toe
wij voeren toe
» meer vervoegingen van toevoeren

to bring {ww.}
binnenlaten
binnenhalen

I bring
you bring
we bring

ik laat binnen
jij laat binnen
wij laten binnen
» meer vervoegingen van binnenlaten

to fetch, to get, to pick up, to bring {ww.}
halen
gaan halen

I bring
you bring
we bring

ik haal
jij haalt
wij halen
» meer vervoegingen van halen

She asked her husband to go and fetch some milk.
Ze vroeg haar man om melk te gaan halen.
Go and fetch Tom.
Ga Tom halen.
to conduct, to guide, to lead, to channel, to wage, to bring, to drive {ww.}
besturen 
brengen 
leiden
geleiden
voeren 

I bring
you bring
we bring

ik bestuur
jij bestuurt
wij besturen
» meer vervoegingen van besturen

to send for, to get, to bring, to fetch {ww.}
betrekken 
halen
laten komen
ontbieden

I bring
you bring
we bring

ik betrek
jij betrekt
wij betrekken
» meer vervoegingen van betrekken

to bring off, to carry off, to manage, to negociate, to pull off {ww.}
flikken
to bring off, to carry off, to manage, to negociate, to pull off {ww.}
slagen
weten
to bring off, to carry off, to manage, to negociate, to pull off {ww.}
behalen
to bring off, to carry off, to manage, to negociate, to pull off {ww.}
lappen
managen
rooien
koersen
klaren
fiksen
bolwerken
klaarspelen


Gerelateerd aan bring off

bring - fetch - convey - supply - get - pick up - conduct - guide - lead - channel - wage - drive - send for - carry off - managebring off - work - bring home the bacon - accomplish