Vertaling van operate on

Inhoud:

Engels
Nederlands
to operate, to process {ww.}
opereren

I operate
you operate
we operate

ik opereer
jij opereert
wij opereren
» meer vervoegingen van opereren

to function, to operate, to run, to work, to perform, to act {ww.}
functioneren 
het doen
in zijn werk gaan
werken 

I operate
you operate
we operate

ik functioneer
jij functioneert
wij functioneren
» meer vervoegingen van functioneren

to control, to operate, to work, to enable, to implement, to actuate {ww.}
bedienen 

I operate
you operate
we operate

ik bedien
jij bedient
wij bedienen
» meer vervoegingen van bedienen

to operate, to operate on {ww.}
ingrijpen
opereren

I operate
you operate
we operate

ik grijp in
jij grijpt in
wij grijpen in
» meer vervoegingen van ingrijpen

to operate, to run {ww.}
beheren
houden
runnen

I operate
you operate
we operate

ik beheer
jij beheert
wij beheren
» meer vervoegingen van beheren

He can't run his own family, let alone a nation!
Hij kan zijn eigen familie niet beheren, laat staan een natie!
to operate {ww.}
draaien

I operate
you operate
we operate

ik draai
jij draait
wij draaien
» meer vervoegingen van draaien

to control, to operate {ww.}
bedienen

I operate
you operate
we operate

ik bedien
jij bedient
wij bedienen
» meer vervoegingen van bedienen

to control, to operate {ww.}
sturen

I operate
you operate
we operate

ik stuur
jij stuurt
wij sturen
» meer vervoegingen van sturen

to function, to go, to operate, to run, to work {ww.}
werken
functioneren

I operate
you operate
we operate

ik werk
jij werkt
wij werken
» meer vervoegingen van werken

Go ahead with your work.
Ga door met werken!
Let's work.
Laat ons werken.
to function, to go, to operate, to run, to work {ww.}
lopen

I operate
you operate
we operate

ik loop
jij loopt
wij lopen
» meer vervoegingen van lopen

He couldn't run very fast.
Hij kon niet heel snel lopen.
My brother can run very fast.
Mijn broer kan zeer snel lopen.
to function, to go, to operate, to run, to work {ww.}
lopen
draaien

I operate
you operate
we operate

ik loop
jij loopt
wij lopen
» meer vervoegingen van lopen

to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to operate {ww.}
manoeuvreren

I operate
you operate
we operate

ik manoeuvreer
jij manoeuvreert
wij manoeuvreren
» meer vervoegingen van manoeuvreren



Gerelateerd aan operate on

operate - process - function - run - work - perform - act - control - enable - implement - actuate - go - maneuver - manoeuver - manoeuvrecare for - head - function - apply - control - work - channelise