Vertaling van heads-up

Inhoud:

Engels
Nederlands
heads-up, wide-awake {bn.}
breedgerand
to direct, to guide, to manage, to steer, to conduct, to drive, to head, to lead, to refer {ww.}
besturen 
sturen
richten 
mennen
dirigeren

he/she/it heads

hij/zij/het bestuurt
» meer vervoegingen van besturen

Did your uncle let you drive his car?
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
You cannot be too careful when you drive a car.
Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.
to precede, to head, to lead {ww.}
vooropgaan
voorgaan
voorlopen
voorafgaan

he/she/it heads

hij/zij/het gaat voorop
» meer vervoegingen van vooropgaan

to govern, to restrain, to cover, to head, to master, to be in charge, to be in charge of {ww.}
besturen 
regeren 
aanvoeren

he/she/it heads

hij/zij/het bestuurt
» meer vervoegingen van besturen

to conduct, to direct, to guide, to head, to lead, to drive, to show the way {ww.}
de weg wijzen
leiden
geleiden
rondleiden

he/she/it heads

hij/zij/het leidt
» meer vervoegingen van leiden

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
stevenen

he/she/it heads

hij/zij/het stevent
» meer vervoegingen van stevenen

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
vestigen

he/she/it heads

hij/zij/het vestigt
» meer vervoegingen van vestigen

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
stevenen

he/she/it heads

hij/zij/het stevent
» meer vervoegingen van stevenen

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
sturen

he/she/it heads

hij/zij/het stuurt
» meer vervoegingen van sturen

to head {ww.}
aanhouden

he/she/it heads

hij/zij/het houdt aan
» meer vervoegingen van aanhouden

to head, to lead {ww.}
aanvoeren

he/she/it heads

hij/zij/het voert aan
» meer vervoegingen van aanvoeren

to head {ww.}
opgaan

he/she/it heads

hij/zij/het gaat op
» meer vervoegingen van opgaan

to head, to lead {ww.}
leiden

he/she/it heads

hij/zij/het leidt
» meer vervoegingen van leiden

to channelise, to channelize, to direct, to guide, to head, to maneuver, to manoeuver, to manoeuvre, to point, to steer {ww.}
loodsen

he/she/it heads

hij/zij/het loodst
» meer vervoegingen van loodsen



Gerelateerd aan heads-up

wide-awake - direct - guide - manage - steer - conduct - drive - head - lead - refer - precede - govern - restrain - cover - masterbordered - bear down on - direct - control - go - head - act - accompany