Vertaling van needs
he/she/it needs
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten
he/she/it needs
hij/zij/het hoeft
» meer vervoegingen van hoeven
benodigd
vereisen
eisen
vergen
gebieden
he/she/it needs
hij/zij/het kost
» meer vervoegingen van kosten
behoeven
he/she/it needs
hij/zij/het hoeft
» meer vervoegingen van hoeven
dienen
zullen
he/she/it needs
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten
he/she/it needs
hij/zij/het staat
» meer vervoegingen van staan
verlegen
benodigd
onthand
moeten
he/she/it needs
hij/zij/het heeft
» meer vervoegingen van hebben
Voorbeelden in zinsverband
Switzerland needs better apples.
Zwitserland heeft betere appels nodig.
A child needs love.
Een kind heeft liefde nodig.
My watch needs repairing.
Mijn horloge moet gerepareerd worden.
He needs a ladder.
Hij heeft een ladder nodig.
She needs help.
Ze heeft hulp nodig.
He needs money.
Hij heeft geld nodig.
She needs an umbrella.
Hij heeft een paraplu nodig.
My bicycle needs fixing.
Mijn fiets moet gerepareerd worden.
He needs glasses.
Hij heeft een bril nodig.
The shirt needs pressing.
Dit shirt moet gestreken worden.
Mary needs a dozen eggs.
Marie heeft een dozijn eieren nodig.
Your garden needs some attention.
Je tuin heeft wat aandacht nodig.
Good wine needs no bush.
Goede wijn behoeft geen krans.
Every ship needs a captain.
Elk schip heeft een kapitein nodig.
Nick needs not come to my office.
Nick moet niet naar mijn bureau komen.