Vertaling van tax return

Inhoud:

Engels
Nederlands
return, tax return {zn.}
belastingaangifte [v]
to come back, to return {ww.}
terugkeren 
terugkomen
wederkeren
wederkomen
weeromkomen

I return
you return
we return

ik keer terug
jij keert terug
wij keren terug
» meer vervoegingen van terugkeren

to go back, to return {ww.}
teruggaan
terugkeren 
teruglopen 
terugtrekken
weer gaan

I return
you return
we return

ik ga terug
jij gaat terug
wij gaan terug
» meer vervoegingen van teruggaan

to give back, to return, to restore, to yield, to render {ww.}
hergeven
reproduceren
teruggeven 
vergelden
weergeven

I return
you return
we return

ik hergeef
jij hergeeft
wij hergeven
» meer vervoegingen van hergeven

to return {ww.}
inrukken
terugkeren
keren
teruggaan

I return
you return
we return

ik ruk in
jij rukt in
wij rukken in
» meer vervoegingen van inrukken

to return {ww.}
terugdoen

I return
you return
we return

ik doe terug
jij doet terug
wij doen terug
» meer vervoegingen van terugdoen

to return {ww.}
teruglopen

I return
you return
we return

ik loop terug
jij loopt terug
wij lopen terug
» meer vervoegingen van teruglopen

to return {ww.}
terugkeren
weeromkomen
terugkomen

I return
you return
we return

ik keer terug
jij keert terug
wij keren terug
» meer vervoegingen van terugkeren

to return {ww.}
terugreizen

I return
you return
we return

ik reis terug
jij reist terug
wij reizen terug
» meer vervoegingen van terugreizen

income tax return, return, tax return {zn.}
belastingformulier [o] (het ~)
income tax return, return, tax return {zn.}
belastingaangifte [v] (de ~)
income tax return, return, tax return {zn.}
B-biljet
income tax return, return, tax return {zn.}
aangiftebiljet [o] (het ~)
aangifteformulier
income tax return, return, tax return {zn.}
declaratie
to reelect, to return {ww.}
herkiezen

I return
you return
we return

ik herkies
jij herkiest
wij herkiezen
» meer vervoegingen van herkiezen

to come back, to rejoin, to repay, to retort, to return, to riposte {ww.}
teruggeven

I return
you return
we return

ik geef terug
jij geeft terug
wij geven terug
» meer vervoegingen van teruggeven

to render, to return {ww.}
teruggave [m] (de ~)
retributie
teruggaaf

I return

to give back, to refund, to repay, to return {ww.}
terugboeken

I return
you return
we return

ik boek terug
jij boekt terug
wij boeken terug
» meer vervoegingen van terugboeken

to bring back, to return, to take back {ww.}
terugzenden
retourneren
terugsturen

I return
you return
we return

ik zend terug
jij zendt terug
wij zenden terug
» meer vervoegingen van terugzenden

to come back, to return {ww.}
terugkomen

I return
you return
we return

ik kom terug
jij komt terug
wij komen terug
» meer vervoegingen van terugkomen

to come back, to rejoin, to repay, to retort, to return, to riposte {ww.}
teruggeven

I return
you return
we return

ik geef terug
jij geeft terug
wij geven terug
» meer vervoegingen van teruggeven

to come back, to hark back, to recall, to return {ww.}
teruggrijpen

I return
you return
we return

ik grijp terug
jij grijpt terug
wij grijpen terug
» meer vervoegingen van teruggrijpen

to regress, to retrovert, to return, to revert, to turn back {ww.}
terugkomen

I return
you return
we return

ik kom terug
jij komt terug
wij komen terug
» meer vervoegingen van terugkomen

to give back, to refund, to repay, to return {ww.}
ristorneren
restorneren

I return
you return
we return

ik ristorneer
jij ristorneert
wij ristorneren
» meer vervoegingen van ristorneren

to generate, to give, to render, to return, to yield {ww.}
geven

I return
you return
we return

ik geef
jij geeft
wij geven
» meer vervoegingen van geven

to give back, to refund, to repay, to return {ww.}
terugstorten

I return
you return
we return

ik stort terug
jij stort terug
wij storten terug
» meer vervoegingen van terugstorten

to come back, to rejoin, to repay, to retort, to return, to riposte {ww.}
teruggeven

I return
you return
we return

ik geef terug
jij geeft terug
wij geven terug
» meer vervoegingen van teruggeven

to come back, to rejoin, to repay, to retort, to return, to riposte {ww.}
terugzenden

I return
you return
we return

ik zend terug
jij zendt terug
wij zenden terug
» meer vervoegingen van terugzenden

to bring back, to return, to take back {ww.}
terughalen

I return
you return
we return

ik haal terug
jij haalt terug
wij halen terug
» meer vervoegingen van terughalen

to bring back, to return, to take back {ww.}
terugbrengen
terugvoeren
terugbezorgen

I return
you return
we return

ik breng terug
jij brengt terug
wij brengen terug
» meer vervoegingen van terugbrengen

I have to return this book today.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen.
I have to return this book to the library.
Ik moet dit boek naar de bibliotheek terugbrengen.
to come back, to rejoin, to repay, to retort, to return, to riposte {ww.}
pareren
riposteren

I return
you return
we return

ik pareer
jij pareert
wij pareren
» meer vervoegingen van pareren