Vertaling van to gain

Inhoud:

Engels
Nederlands
to gain, to put on weight {ww.}
zwaarder worden
aankomen 

I gain
you gain
we gain

ik kom aan
jij komt aan
wij komen aan
» meer vervoegingen van aankomen

to earn, to gain, to win, to profit, to accrue {ww.}
winnen 
verdienen 
behalen 

I gain
you gain
we gain

ik win
jij wint
wij winnen
» meer vervoegingen van winnen

Which team will win?
Welk team zal winnen?
We work to earn money.
We werken om geld te verdienen.
to acquire, to get, to obtain, to gain, to secure {ww.}
buitmaken
behalen 
verkrijgen 
verwerven

I gain
you gain
we gain

ik maak buit
jij maakt buit
wij maken buit
» meer vervoegingen van buitmaken

to profit, to gain {ww.}
profiteren
voordeel trekken uit
winst maken

I gain
you gain
we gain

ik profiteer
jij profiteert
wij profiteren
» meer vervoegingen van profiteren

to gain, to put on {ww.}
verdikken
aankomen

I gain
you gain
we gain

ik verdik
jij verdikt
wij verdikken
» meer vervoegingen van verdikken

to gain, to put on {ww.}
voorlopen

I gain
you gain
we gain

ik loop voor
jij loopt voor
wij lopen voor
» meer vervoegingen van voorlopen

to advance, to gain, to gain ground, to get ahead, to make headway, to pull ahead, to win {ww.}
vooruitkomen
voorkomen

I gain
you gain
we gain

ik kom vooruit
jij komt vooruit
wij komen vooruit
» meer vervoegingen van vooruitkomen

to advance, to gain {ww.}
winnen

I gain
you gain
we gain

ik win
jij wint
wij winnen
» meer vervoegingen van winnen

You have little to gain and much to lose.
Je hebt weinig te winnen en veel te verliezen.
to acquire, to gain, to win {ww.}
winnen
scheppen
nemen
komen
verkrijgen
verwerven

I gain
you gain
we gain

ik win
jij wint
wij winnen
» meer vervoegingen van winnen

He predicted she would win.
Hij voorspelde dat ze zou winnen.
Which team is likely to win?
Welk team zal waarschijnlijk winnen?
to bring in, to clear, to earn, to gain, to make, to pull in, to realise, to realize, to take in {ww.}
verdienen

I gain
you gain
we gain

ik verdien
jij verdient
wij verdienen
» meer vervoegingen van verdienen

He has only one aim in life, to make money.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
America is a lovely place to be, if you are here to earn money.
Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.
to arrive at, to attain, to gain, to hit, to make, to reach {ww.}
bereiken

I gain
you gain
we gain

ik bereik
jij bereikt
wij bereiken
» meer vervoegingen van bereiken

You can reach me at this number.
Je kunt me op dit nummer bereiken.
If you take this bus, you will reach the village.
Als ge deze bus neemt, zult ge het dorp bereiken.
to derive, to gain {ww.}
halen
boeken
behalen

I gain
you gain
we gain

ik haal
jij haalt
wij halen
» meer vervoegingen van halen

to advance, to gain {ww.}
aanwinnen

I gain
you gain
we gain

ik win aan
jij wint aan
wij winnen aan
» meer vervoegingen van aanwinnen

to bring in, to clear, to earn, to gain, to make, to pull in, to realise, to realize, to take in {ww.}
doen
opbrengen

I gain
you gain
we gain

ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen

to advance, to gain, to gain ground, to get ahead, to make headway, to pull ahead, to win {ww.}
inlopen

I gain
you gain
we gain

ik loop in
jij loopt in
wij lopen in
» meer vervoegingen van inlopen



Gerelateerd aan to gain

gain - put on weight - earn - win - profit - accrue - acquire - get - obtain - secure - put on - advance - gain ground - get ahead - make headwaychange - advance - overhaul - cause - acquire - arrive - accomplish - chip in - approach