Betekenis van:
pikken

pikken
Werkwoord
  • zich erin schikken het genoemde te ondergaan
"iets niet hoeven te pikken"
"iets niet langer pikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

pikken
Werkwoord
  • bezoeken
"een restaurantje/bioscoopje pikken"

Hyperoniemen

pikken
Werkwoord
  • iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen
"Ze hebben mijn portemonnee gepikt."
pikken
Werkwoord
  • iets nemen, ontnemen
"In rond de negentig procent van alle gevallen pikt de software de juiste boodschap uit een 'boe'."
pikken
Werkwoord
  • dulden, accepteren
"Ik pik het niet dat je tegen me scheldt."
pikken
Werkwoord
  • (met de snavel) prikken
"De vogel pikte het graan van de grond."
pikken
Werkwoord
  • ontvreemden; pikken; stelen; jatten; snel wegpakken; jatten; jatten
"geld pikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

pik (de ~ | meervoud pikken)
Zelfstandig naamwoord
  • lichte, scherpe steek; felle tik of prik met een scherp voorwerp
"de haan gaf de kip een pik met zijn snavel"
"de pik op iemand hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

pik (de ~ | meervoud pikken)
Zelfstandig naamwoord
  • mannelijk geslachtsdeel; penis; mannelijk deel; (vulgair) penis; (informeel) penis; (informeel) penis; (informeel) penis; penis; mannelijk geslachtsdeel; (informeel) penis; penis; penis
"op zijn pik getrapt"

Synoniemen

Hyperoniemen

pik (de ~ | meervoud pikken)
Zelfstandig naamwoord
  • houweel met punt en beitel; werktuig met scherpe punt

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
  2. Op de vloer moet materiaal worden uitgespreid dat geschikt is om in te pikken, zoals stro.
  3. Aan volwassen vogels moeten voorwerpen worden gegeven om in te pikken, zoals stenen, denappels, ballen en takken met lover.
  4. De anonieme belanghebbende betoogt dat BE de staatssteun gebruikt om op agressieve wijze tegen dumpingtarieven marktaandeel in te pikken.
  5. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen agressief pikken, verenpikken (waarbij vogels pikken naar de veren van soortgenoten of plukken en trekken aan hun eigen veren) en pikken naar de huid van andere vogels, wat ernstig lijden en zelfs de dood tot gevolg kan hebben indien het geen halt wordt toegeroepen.
  6. Jonge vogels dienen ook te worden gestimuleerd, zo nodig door tokkelen met de vingers, om in het substraat te pikken teneinde verkeerd gericht pikgedrag te vermijden.
  7. Gedragspatronen die voor deze soort erg belangrijk zijn, zijn de nestbouw (bij wijfjes), het roesten, het foerageren, scharrelen en pikken in de strooisellaag en het nemen van stofbaden.
  8. Om dergelijke uitbarstingen van kwaadaardig pikken te vermijden of dit gedrag als het zich voordoet te beperken of een halt toe te roepen, dient een reeks maatregelen te worden genomen.
  9. Kalkoenen dienen te kunnen beschikken over zitstokken die op een zodanige hoogte zijn geplaatst dat vogels die zich op de grond bevinden, niet gemakkelijk kunnen pikken naar of trekken aan de veren van roestende vogels.
  10. Hoenders dienen altijd de gelegenheid te hebben om te roesten, te pikken in een geschikt substraat, te foerageren en stofbaden te nemen, en dit vanaf de leeftijd van één dag. Geschikte materialen voor stofbaden zijn bijvoorbeeld zachte houtspanen en zand.
  11. In de handel zijn anti-piksprays verkrijgbaar die kunnen worden gebruikt om de incidentie van kwaadaardig pikken op de korte termijn te verminderen, hetgeen uiteraard niet wegneemt dat daarnaast ook de onderliggende oorzaken van het gedrag moeten worden aangepakt.
  12. Zitstokken, stof- en waterbaden, geschikte nestgelegenheid en nestmateriaal, voorwerpen om in te pikken en substraat om in te foerageren dienen ter beschikking te worden gesteld van alle soorten en individuen die daar baat bij kunnen hebben, tenzij er wetenschappelijke of diergeneeskundige redenen zijn om dat niet te doen.
  13. Domesticatie lijkt het gedrag van de kwartels niet wezenlijk te hebben gewijzigd, en daarom is het van essentieel belang dat bij het ontwerp van de huisvestingssystemen met bedoeld gedrag rekening wordt gehouden, zodat de dieren voor zover mogelijk de beschikking kan worden gegeven over substraat om in te krabben, te pikken en stofbaden te nemen, alsook over nestboxen en dekking.
  14. Als er wetenschappelijke redenen zijn om af te zien van een vaste vloer, dient de dieren toch de beschikking te worden gegeven over een plek met een vaste bodem, voorzien van een los substraat en van objecten zoals bosjes touw, pikblokken, koord, turf of stro om in te pikken.
  15. De oorzaken van schadelijk pikgedrag zijn niet altijd duidelijk, maar het is vaak mogelijk uitbarstingen van dergelijk gedrag te voorkomen door de jonge vogels groot te brengen in omstandigheden waarin zij beschikken over een substraat dat geschikt is om in te pikken en te foerageren.