Vertaling van makes
afstevenen
koersen
he/she/it makes
hij/zij/het stevent
» meer vervoegingen van stevenen
he/she/it makes
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
he/she/it makes
hij/zij/het maakt
» meer vervoegingen van maken
scheppen
he/she/it makes
hij/zij/het creëert
» meer vervoegingen van creëren
he/she/it makes
hij/zij/het prepareert
» meer vervoegingen van prepareren
he/she/it makes
hij/zij/het peutert los
» meer vervoegingen van lospeuteren
he/she/it makes
hij/zij/het kweekt
» meer vervoegingen van kweken
he/she/it makes
hij/zij/het metselt
» meer vervoegingen van metselen
he/she/it makes
hij/zij/het creëert
» meer vervoegingen van creëren
he/she/it makes
hij/zij/het bekoort
» meer vervoegingen van bekoren
he/she/it makes
hij/zij/het maakt aan
» meer vervoegingen van aanmaken
he/she/it makes
hij/zij/het timmert
» meer vervoegingen van timmeren
he/she/it makes
hij/zij/het bebouwt
» meer vervoegingen van bebouwen
he/she/it makes
hij/zij/het pleegt
» meer vervoegingen van plegen
opbrengen
he/she/it makes
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
beren
bouten
kakken
keutelen
ontlasten
schijten
uitpoepen
uitschijten
drukken
uitkakken
afgaan
he/she/it makes
hij/zij/het poept
» meer vervoegingen van poepen
he/she/it makes
hij/zij/het versiert
» meer vervoegingen van versieren
he/she/it makes
hij/zij/het vlijt neer
» meer vervoegingen van neervlijen
he/she/it makes
hij/zij/het legt af
» meer vervoegingen van afleggen
houden
he/she/it makes
hij/zij/het voert
» meer vervoegingen van voeren
he/she/it makes
hij/zij/het bouwt
» meer vervoegingen van bouwen
he/she/it makes
hij/zij/het richt aan
» meer vervoegingen van aanrichten
leggen
he/she/it makes
hij/zij/het legt aan
» meer vervoegingen van aanleggen
he/she/it makes
hij/zij/het bereikt
» meer vervoegingen van bereiken
he/she/it makes
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen
vastleggen
he/she/it makes
hij/zij/het perkt af
» meer vervoegingen van afperken
he/she/it makes
hij/zij/het verovert
» meer vervoegingen van veroveren
leiden
teweegbrengen
he/she/it makes
hij/zij/het veroorzaakt
» meer vervoegingen van veroorzaken
pissen
sassen
urineren
wateren
plassen
zeiken
he/she/it makes
hij/zij/het piest
» meer vervoegingen van piesen
Voorbeelden in zinsverband
Milk makes us strong.
Melk maakt ons sterk.
Opportunity makes the thief
De gelegenheid maakt de dief.
Haste makes waste.
Haastige spoed is zelden goed.
Practice makes perfect.
Oefening baart kunst.
Opportunity makes a thief.
De gelegenheid maakt de dief.
He makes a bad impression.
Hij maakt een slechte indruk.
Totoro makes friends with everyone.
Totoro maakt met iedereen vrienden.
The administration makes important decisions.
De administratie neemt belangrijke beslissingen.
It makes all the difference.
Het maakt al het verschil.
Two plus two makes four.
Twee plus twee is vier.
Your smile always makes me happy.
Jouw glimlach maakt me altijd blij.
That article makes fun of vegetarians.
Dat artikel steekt de draak met vegetariërs.
What makes you think I'm hiding something?
Wat brengt je bij de gedachte dat ik iets verberg?
He makes mountains out of molehills.
Hij creëert een storm in een glas water.
Waiting a long time for a friend makes me nervous.
Lang wachten op een vriend maakt me zenuwachtig.