Vertaling van to make

Inhoud:

Engels
Nederlands
to cause, to get, to make, to render {ww.}
doen 
laten
laten doen
maken 

I make
you make
we make

ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen

to bear down, to make {ww.}
stevenen
afstevenen
koersen

I make
you make
we make

ik steven
jij stevent
wij stevenen
» meer vervoegingen van stevenen

to act, to do, to make, to perform, to carry out, to commit, to form, to reach, to render, to work, to wage {ww.}
maken 
aanmaken 
bedrijven 
doen 
uitbrengen
uitrichten
uitvoeren 

I make
you make
we make

ik maak
jij maakt
wij maken
» meer vervoegingen van maken

to make, to make water, to micturate, to pass water, to pee, to pee-pee, to piddle, to piss, to puddle, to relieve oneself, to spend a penny, to take a leak, to urinate, to wee, to wee-wee {ww.}
piesen
pissen
sassen
urineren
wateren
plassen
zeiken

I make
you make
we make

ik pies
jij piest
wij piesen
» meer vervoegingen van piesen

to make, to score, to seduce {ww.}
veroveren

I make
you make
we make

ik verover
jij verovert
wij veroveren
» meer vervoegingen van veroveren

to make, to score, to seduce {ww.}
bekoren

I make
you make
we make

ik bekoor
jij bekoort
wij bekoren
» meer vervoegingen van bekoren

to make, to score, to seduce {ww.}
versieren

I make
you make
we make

ik versier
jij versiert
wij versieren
» meer vervoegingen van versieren

to cause, to do, to make {ww.}
plegen

I make
you make
we make

ik pleeg
jij pleegt
wij plegen
» meer vervoegingen van plegen

to get, to make {ww.}
lospeuteren

I make
you make
we make

ik peuter los
jij peutert los
wij peuteren los
» meer vervoegingen van lospeuteren

to cause, to do, to make {ww.}
kweken

I make
you make
we make

ik kweek
jij kweekt
wij kweken
» meer vervoegingen van kweken

to build, to construct, to make {ww.}
metselen

I make
you make
we make

ik metsel
jij metselt
wij metselen
» meer vervoegingen van metselen

to create, to make {ww.}
creëren

I make
you make
we make

ik creëer
jij creëert
wij creëren
» meer vervoegingen van creëren

to create, to make, to produce {ww.}
aanmaken

I make
you make
we make

ik maak aan
jij maakt aan
wij maken aan
» meer vervoegingen van aanmaken

to build, to construct, to make {ww.}
timmeren

I make
you make
we make

ik timmer
jij timmert
wij timmeren
» meer vervoegingen van timmeren

to build, to construct, to make {ww.}
bebouwen

I make
you make
we make

ik bebouw
jij bebouwt
wij bebouwen
» meer vervoegingen van bebouwen

to create, to make, to produce {ww.}
creëren
scheppen

I make
you make
we make

ik creëer
jij creëert
wij creëren
» meer vervoegingen van creëren

You see, humans don't create time; if we did we'd never run out of it.
Weet je, mensen creëren geen tijd; als we dat wel deden, zou het nooit opraken.
The director of the school wants to close the canteen and create a new recreation room for the students.
De directeur van de school wil de kantine sluiten en een nieuwe recreatieruimte creëren voor de studenten.
to cook, to fix, to make, to prepare, to ready {ww.}
prepareren

I make
you make
we make

ik prepareer
jij prepareert
wij prepareren
» meer vervoegingen van prepareren

to ca-ca, to crap, to defecate, to make, to shit, to stool, to take a crap, to take a shit {ww.}
poepen
beren
bouten
kakken
keutelen
ontlasten
schijten
uitpoepen
uitschijten
drukken
uitkakken
afgaan

I make
you make
we make

ik poep
jij poept
wij poepen
» meer vervoegingen van poepen

to establish, to lay down, to make {ww.}
neervlijen

I make
you make
we make

ik vlij neer
jij vlijt neer
wij vlijen neer
» meer vervoegingen van neervlijen

to establish, to lay down, to make {ww.}
afleggen

I make
you make
we make

ik leg af
jij legt af
wij leggen af
» meer vervoegingen van afleggen

to give, to have, to hold, to make, to throw {ww.}
voeren
houden

I make
you make
we make

ik voer
jij voert
wij voeren
» meer vervoegingen van voeren

to build, to construct, to make {ww.}
bouwen

I make
you make
we make

ik bouw
jij bouwt
wij bouwen
» meer vervoegingen van bouwen

to create, to make {ww.}
aanrichten

I make
you make
we make

ik richt aan
jij richt aan
wij richten aan
» meer vervoegingen van aanrichten

to build, to construct, to make {ww.}
aanleggen
leggen

I make
you make
we make

ik leg aan
jij legt aan
wij leggen aan
» meer vervoegingen van aanleggen

to arrive at, to attain, to gain, to hit, to make, to reach {ww.}
bereiken

I make
you make
we make

ik bereik
jij bereikt
wij bereiken
» meer vervoegingen van bereiken

You can reach me at this number.
Je kunt me op dit nummer bereiken.
If you take this bus, you will reach the village.
Als ge deze bus neemt, zult ge het dorp bereiken.
to bring in, to clear, to earn, to gain, to make, to pull in, to realise, to realize, to take in {ww.}
verdienen

I make
you make
we make

ik verdien
jij verdient
wij verdienen
» meer vervoegingen van verdienen

We work to earn money.
We werken om geld te verdienen.
He has only one aim in life, to make money.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
to establish, to lay down, to make {ww.}
afperken
vastleggen

I make
you make
we make

ik perk af
jij perkt af
wij perken af
» meer vervoegingen van afperken

to cause, to do, to make {ww.}
veroorzaken
leiden
teweegbrengen

I make
you make
we make

ik veroorzaak
jij veroorzaakt
wij veroorzaken
» meer vervoegingen van veroorzaken

What trouble can she cause?
Welke moeilijkheden kan zij veroorzaken?
I don't want to cause a panic.
Ik wil geen paniek veroorzaken.
to bring in, to clear, to earn, to gain, to make, to pull in, to realise, to realize, to take in {ww.}
doen
opbrengen

I make
you make
we make

ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Don't be afraid to make a mistake.

Wees niet bang om een fout te maken.

Tom had to make a difficult decision.

Tom moest een moeilijke keuze maken.

He tried to make the robot run.

Hij probeerde de robot te laten rennen.

I have to make a call.

Ik moet bellen.

He has only one aim in life, to make money.

Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.

It takes more than one swallow to make a summer.

Eén zwaluw maakt de lente niet.

I asked her to make four copies of the letter.

Ik heb haar gevraagd vier kopieën van de brief te maken.

You have to break an egg to make an omelette.

Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.

I hope I can manage to make both ends meet.

Ik hoop dat het me lukt de eindjes aan elkaar te knopen.

Don't be afraid to make mistakes when speaking English.

Wees niet bang om fouten te maken wanneer je Engels spreekt.

Tom checked to make sure the gas was turned off.

Tom controleerde of het gas uitgezet was.

I'm going to make a cake for Mary's birthday.

Ik ben van plan een taart te bakken voor Maria's verjaardag.

To make matters worse, it began to rain.

Om het allemaal nog wat erger te maken begon het ook nog eens te regenen.

I completely forgot to make something for us to eat.

Ik heb helemaal vergeten om iets voor ons te eten te maken.

To make matter worse, it began to rain.

Alsof het allemaal nog niet erg genoeg was begon het ook nog eens te regenen.


Gerelateerd aan to make

cause - get - make - render - bear down - act - do - perform - carry out - commit - form - reach - work - wage - make waterdrain - lead on - act - obtain - accelerate - build - appoint - cater - process - fix - lay - take off - coordinate - arrive - accomplish - acquire - determine - come about - chip in